God zei: ‘Abraham,
kijk omhoog en dan
tel je alle sterretjes.’
God zei: ‘Dat lukt nooit,
en nu wordt het mooi:
zo veel kind’ren krijg je dus.’

Abraham, ik ben jouw achterachterachter
achterachterachterachterachterachter
achterkleinkind…

God zei: ‘Sarai,
kijk omlaag en zie,
tel eens alle korreltjes.’
God zei: ‘Ja, je lacht,
had je nooit gedacht:
zo veel kind’ren krijg je dus.’

Sarai, ik ben jouw achterachterachter
achterachterachterachterachterachter
achterkleinkind…

God zegt: ‘Iedereen,
kijk eens om je heen,
tel de mensen als je kan.’
God zegt: ‘Ken je mij?
Dat begon ik bij
Sarai en Abraham.’

Abraham, ik ben jouw achterachterachter
achterachterachterachterachterachter
achterkleinkind…

Sarai, ik ben jouw achterachterachter
achterachterachterachterachterachter
achterkleinkind…